Samenwerking met de Bauhaus universiteit: De mens er tussenin
Wat gebeurt er, wanneer we een gebouw betreden of verlaten? Wat beleeft de mens daarbij, welke rol speelt de architectuur, welke invloed heeft de techniek? Met deze vragen hielden studenten van de Bauhaus universiteit Weimar zich bezig in samenwerking met Siedle. De resultaten presenteert het nu gereed zijnde boek „Schwellenräume“. Het model toont een van de ontwerpen van de studenten, de Welcomebooth van Christian Müller. Deze reageert op de tegenwoordige vereisten aan individualiteit, communicatie en veiligheid. Foto: Tobias Adam.
De architectuur faculteit van de Bauhaus universiteit in Weimar schonk het thema „drempelruimtes“ een seminar in de master studierichting. Daarin onderzochten 25 aankomende architecten complexe vragen over de drempel:

Wat is een architectonische drempel?
Hoe kan een drempelruimte worden gedefinieerd?
Welke opgave neemt de drempelruimte over bij het ontsluiten en beleven van architecturen?

De studenten analyseerden eerst reële architecturen en ontwierpen toen eigen modellen voor drempelruimtes. Siedle initieerde de tentoonstelling, gaf inzage in de ontwikkeling en productie van systemen voor de gebouwencommunicatie en onderhield zich met de ontwerpen.

Foto: David von Becker.
De Welcomebooth van Christian Müller is een ontvangstmeubel voor de woningbouw, dat op de huidige eisen aan individualiteit, communicatie en veiligheid reageert. Brievenbus en deurbel worden een ruimte. Via beeldschermen, die individueel kunnen worden bespeeld, kunnen boodschappen worden achtergelaten. De fotocabine dient voor de overdracht van fysieke of virtuele boodschappen of als additionele veiligheidsbarrière („Drempelruimtes“, pagina 73 ff.).

Illustraties: Christian Müller
De drempelruimte van Ekaterina Galinka stelt een ge-ensceneerde toegang tot een dobbelsteenachtige tentoonstellingsruimte ter beschikking. Sleuven in de buitenwand brengen een ritmisch licht in het binnenste. Versterkt wordt dit effect door vernauwingen; door modificaties van de binnenzijde van de ruimte en de bekleding: Er ontstaat een trapachtige, trechtervormige ruimte („Drempelruimtes“, pagina 52 ff.).

Foto: Tobias Adam
De Meander van Fanny Pirschel is als ruimtelijke reeks bedoeld. Hij volgt daarmee de ruimtelijke concepten van Mies van der Rohe en zijn ruimtecontinuüm. De bezoeker wordt met behulp van wandvensters gestuurd en gevoerd. De wandvensters staan eerst slechts losjes ten opzichte van elkaar en openen meerdere opties. Hoe meer men dichter bij de drempel komt, des te geslotener wordt de weg („Drempelruimtes“, pagina 49 ff.).

Foto: Tobias Adam
Een eerste stelling is: Iedere drempel is communicatie. Niet in de eerste plaats door ingebouwde techniek, maar door haar pure existentie. Zij geeft veelvoudige signalen, ze kan uitnodigend of afwijzend zijn ze opent zich en het gebouw, of ze sluit het af. Dat alles doet zij, of wij het willen, plannen en vormgeven of niet. We doen er goed aan, om de taal, die een ingang spreekt, bewust te kiezen.

Op de afbeelding: Till Boettger, professor ontwerpen en ruimtelijke vormgeving, en Peter Strobel, hoofd ondernemingscommunicatie bij Siedle.

Foto’s: David von Becker
© 2020 S. Siedle & Söhne OHG
Twitter Facebook TOP